Weghalen van de blaas | Bestralen van de blaas | ||
Ziekenhuisopname | 1-2 weken. | Geen opname, wel 5 x per week poli bezoeken voor periode van 4 tot 6 weken. | |
Chemotherapie | Soms is vooraf neo-adjuvante chemotherapie nodig. | Soms is vooraf neo-adjuvante chemotherapie nodig. En (bijna) altijd is chemotherapie tijdens de bestraling nodig. Deze chemo tijdens de bestraling geeft alleen tijdelijke bijwerkingen. | |
Ingreep | Operatie van enkele uren. | Serie bestralingen van elk 15 tot 20 minuten. | |
Effect op andere organen | Bij de operatie worden, bij grote tumoren vaak ook andere organen weggehaald, zoals de prostaat of de baarmoeder. |
Bij bestraling worden soms ook andere organen beschadigd zoals de blaashals of de darmen. |
|
Controle na de ingreep | Na de operatie wordt het weefsel direct nagekeken om te zien of de behandeling succesvol was. Daarna volgen nacontroles volgens een vast schema. | Na de bestraling volgen nacontroles volgens hetzelfde schema als na de operatie. Maar bij elke nacontrole wordt met een scopie in de blaas gekeken of de behandeling succesvol was. Het effect van deze behandeling is langzaam, dus het kost enkele maanden om het uiteindelijke effect te zien. | |
Plassen na de behandeling | Afvoer van urine voortaan via een stoma of een vervangende blaas, waarbij nieuw plasgedrag moet worden aangeleerd. | Plassen langs natuurlijke weg, maar mogelijk wel plasklachten. |